Trombose
Wanneer er tijdens de bloedstolling een stolsel in het bloedvat ontstaat dat hinder veroorzaakt, noemen we dat een trombose. Het type trombose wordt grotendeels bepaald door de plaats waar het voorkomt. Om dat onderscheid te maken, is het belangrijk om ons bloedstelsel beter te begrijpen. Heel belangrijk daarbij is het onderscheid tussen aders en slagaders.
Arteriële trombose
De stroomrichting van deze aders is namelijk tegengesteld. De slagaders transporteren het bloed van het hart weg naar de organen (zoals de lever, nieren, milt, ...) of weefsels (zoals spieren, ledematen, botten, ...). Wanneer hier een trombose ontstaat, spreekt men van een arteriële trombose.
Veneuze trombose
De aders voeren het bloed van de organen en weefsels (zoals spieren, botten, huid, vetweefsel,….) terug richting het hart. Tromboses in deze aders worden een veneuze trombose genoemd. Gebeurt dit in een oppervlakkige ader, dan is er sprake van een oppervlakkige veneuze trombose. Maar als de trombose zich voordoet in een diepe ader, wordt het een diep veneuze trombose en is er zeker een behandeling nodig.
Wat de grote bloedsomloop betreft, wordt er bloed rijk aan zuurstof en andere voedingsstoffen van het hart weggevoerd. In de organen en weefsels worden deze voedingselementen alsook de zuurstof onttrokken uit het bloed. De organen en weefsels gebruiken ze dan om te kunnen functioneren. Via de aders wordt dit zuurstofarm bloed teruggevoerd naar het hart en longen.
Figuur: de bloedcirculatie in het menselijk lichaam.
Wat te doen bij het vermoeden van een trombose?
Een trombose kan zich presenteren als een plotse, pijnlijke en harde rode streng op het been, soms uitbreidend naar de lies toe en vaak in aanwezigheid van spataders. Hier kunnen we een oppervlakkige veneuze trombose vermoeden. Is er een belangrijke zwelling van het been met verkleuring en pijn? Dan moet gedacht worden aan een diepe veneuze trombose. Dit zeker na een recente operatieve ingreep of hospitalisatie of bij andere vormen van immobilisatie.
Het is zeer belangrijk je huisarts snel te contacteren. Bij een vermoeden van trombose, oppervlakkig of diep, moet het liefst zo snel mogelijk een echografisch onderzoek worden gepland. Dit om de eerste diagnose te bevestigen en de uitgebreidheid van de trombose vast te stellen. Duplex is het te verkiezen onderzoek omdat het snel kan, geen röntgenstraling bevat en het resultaat betrouwbaar is.
In afwachting van dit onderzoek kan al gestart worden met bloedverdunners, bijvoorbeeld met spuitjes (type Fraxiparine®, Clexane® of Innohep®).
Als vervolgens de diagnose van diepe veneuze trombose bevestigd wordt met het echografisch onderzoek, dan worden de bloedverdunners verder gegeven in combinatie met het dragen van een strakke steunkous.
Bij sterke zwelling van het been en een trombose die onder de liesboog verder in de onderbuik uitbreidt, kan een meer invasieve behandeling aangewezen zijn.
Bij alarmtekens, zoals plotse pijnlijke zwelling van een lidmaat samen met kortademigheid, moet onmiddellijk een arts gecontacteerd worden. Een snelle behandeling kan veel leed voorkomen. Meer informatie is terug te vinden in het boek van Dr. Vuylsteke.