Ontstolling diep veneuze trombose
De behandeling van een diepe veneuze trombose bestaat in eerste instantie uit het ontstollen van het bloed. Het ontstollen voor patiënten met een diepe veneuze trombose wordt meestal opgestart onder de vorm van spuitjes (bijvoorbeeld Fraxiparine®, Fraxodi®, Innohep®, Clexane®).
Na die spuitjes of soms reeds onmiddellijk wordt er gestart met tabletten, meestal van het type DOAC’s (Lixiana®, Xarelto®, Pradaxa® en Eliquis®).
Naast het wegnemen van de ongemakken bij de patiënt, is het ook belangrijk om in beweging te blijven. Bedrust moet voorkomen worden, aangezien onvoldoende bewegen uitbreiding van de trombose kan veroorzaken.
Daarnaast dient de patiënt een strakke compressiekous te dragen (alleen overdag).
Voor meer informatie betreffende de oorzaken, risicofactoren en complicaties van een veneuze trombose, verwijzen we graag naar ‘Alles over spataders en trombose’, het boek van Dr. Vuylsteke.
Uitbreiding klonter
Indien de bloedklonter zich uitbreidt onder de liesboog naar de onderbuik toe, kan het soms geïndiceerd zijn om die stolsels te proberen op te lossen. Hiervoor wordt er een katheter in die ader gebracht en medicatie rechtstreeks in het stolsel gespoten. Hier spreekt met van kathetergeleide trombolyse.