Wat is het post-trombotisch syndroom?
Na een diep veneuze trombose kan er een beschadiging van de ader optreden. Door deze veranderingen in de aders van het been, zal de aanvoer van zuurstofrijk bloed afgeremd worden.
Daardoor treedt er secundair een slecht lokale doorbloeding van de spieren op, met snelle vermoeidheid tijdens het stappen als gevolg. Er kunnen zelfs krampen ontstaan, die weer beter worden wanneer de patiënt rust. Dit noemt in medische termen ‘veneuze claudicatio’.
Figuur: post-trombotisch lidmaat
Oorzaken
Het post-trombotisch syndroom wordt meestal veroorzaakt door het ontstaan van een obstructie of door lekkende kleppen. In beide gevallen wordt de terugvoer van het bloed richting het hart belemmerd, waardoor de druk verhoogt in de aders van het betrokken lidmaat. Op termijn geeft dit aanleiding tot zwelling, verlittekening van de onderheid of zelfs ulceraties.
Obstructie
Bij het ontstaan van een trombose in een ader, gaat die volledig dichtslibben. Vandaar de plotse symptomen zoals zwelling van het been, verkleuring, pijn bij het stappen, … Na verloop van tijd kunnen die symptomen verminderen doordat het bloed zijn weg vindt via kleinere aders die gaan uitzetten (collateraal circulatie). Bloedverdunners zorgen ervoor dat de trombose niet verder uitbreidt. Het is het lichaam zelf dat de bloedklonters afbreekt.
Die afbraak van klonters kan echter meerdere maanden in beslag nemen. De aanwezigheid van die bloedklonters in het bloedvat zorgt voor een lokaal ontstekingsproces. De wand van het bloedvat verdikt en er wordt in de ader ook littekenweefsel gevormd. Als er te veel littekenweefsel -ook trabeculaties genoemd- worden gevormd, dan ontwikkelt zich een weerstand of obstructie.
Figuur: Trabeculaties en littekenweefsel dat ontstaat in een ader na een doorgemaakte trombose.
Deze trabekels gaan woekeren binnenin de ader en veroorzaken meerdere vernauwingen en zelfs korte verstoppingen. Dit leidt uiteraard tot een verminderde doorgankelijkheid van de ader.
Kleplijden
Een ander proces leidt soms tot het tegenovergestelde effect: de diepe kleppen worden beschadigd. Die kleppen zijn dan deels gescheurd en sluiten niet meer. Hierdoor kan een terugstroom (reflux) ontstaan. Door de reflux kan het bloed onvoldoende teruggepompt worden richting het hart. Als de patiënt rechtop staat zal het bloed in de ader dus soms van boven naar beneden, en dus in de verkeerde richting terugstromen. Uiteraard kan dit een belangrijke functionele hinder veroorzaken. Men spreekt dan van diep veneus kleplijden.
Symptomen
Het posttrombotisch syndroom (PTS) presenteert zich meestal vanaf één tot twee jaar na de doorgemaakte trombose. Het ontstaat bij ongeveer 20 tot 50% van de patiënten die een trombose doormaakten en dan voornamelijk bij patiënten met een iliofemorale trombose: een trombose van de aders die zich uitbreidt vanuit de dij tot in de onderbuik.
Typisch ziet men onderhuids soms dikke kronkelige aders lopen, voornamelijk ter hoogte van de lies of op de buikwand en net boven het schaambeen. Dit zijn aders die een soort bypass vormen, om toch voldoende bloed naar het hart te brengen. In het vakjargon noemen we dit ‘de collaterale circulatie’.
De klassieke symptomen van een posttrombotisch syndroom lijken op die van spataders, zijnde:
- een vermoeid been met pijn;
- Zwelling;
- Krampen;
- een zwaartegevoel.
De duidelijke klinische tekens zijn roodverkleuring of blauwverkleuring bij het afhangen van het been. Verder ontstaan spataders, is er okerverkleuring en huidverdikking, typisch boven de binnenenkel en kunnen zelfs ulcera ontstaan.
De last en de andere symptomen nemen toe in de loop van de dag, en verbeteren met bedrust, of rust met het been in hoogstand. De afstand die ononderbroken afgelegd kan worden is dus beperkt.
Figuur: Open beenwonde of ulcus met huidveranderingen.
Post-trombotisch syndroom voorkomen
Als de bloedklonters in de ader snel na het ontstaan van die trombose kunnen opgelost worden, kan een deel van de complicaties voorkomen worden. Die behandeling kan bestaan uit een kathetergeleide trombolyse of angiojet.
Het is dus heel belangrijk om bij het minste vermoeden van een trombose je huisarts te raadplegen.
Post-trombotisch syndroom behandelen
Evolueert het toch verder en ontstaan er hevige klachten? Dan is een behandeling aangewezen. Afhankelijk van de omvang van het probleem, zijn er meerdere behandelingsmogelijkheden.