Angiojet

Een nieuwere methode om een veneuze trombose te behandelen, is het mechanisch oplossen van de stolsels. Van de meerdere technieken die er zijn, is Angiojet de meest gebruikte. 

Angiojet® is een systeem waarbij er een katheter in de betrokken ader wordt gebracht. Dan worden aan de tip van die katheter onder hoge druk vocht en klonteroplossende medicatie in de stolsels gespoten

De pomp genereert een druk van 700 bar om vloeistof doorheen de katheter te krijgen. Door deze hoge druk ontstaat er een jetstroom. Die fragmenteert de bloedklonters

Angiojet® werkt in twee fases

Angiojet eerste fase: inspuiten klonteroplossende medicatie in het stolsel

In de eerste wordt een thrombolyticum (medicatie zoals urokinase®) onder hoge druk in de stolsels gespoten. Hierdoor komt het medicijn (enzym) beter in contact met de bloedklonter en werkt het ook beter. 

In een tweede fase wordt de rest van de trombus mechanisch verder gefragmenteerd en worden langs een andere opening in de katheter de kleine stukjes bloedklonter opgezogen. 

Gebruik makend van Angiojet, kan de trombose in een paar uur tijd volledig worden opgelost. Vergeleken met kathetergeleide trombolyse wordt veel minder stolseloplossende medicatie gebruikt, wat het risico op bloedingen beduidend verkleint. Het oplossen gaat ook aanzienlijk sneller. Op deze manier kan de patiënt snel en veilig worden behandeld. 

Het risico op het ontwikkelen van een post-trombotisch syndroom wordt hiermee significant verkleind. Ook hier is het belangrijk dat de bloedklonter niet te oud is. Een bloedklonter van meer dan twee à drie weken oud is al meer georganiseerd, zit meer vast en is moeilijker op te lossen. Vandaar ook het belang om bij een trombosebeen niet te lang te wachten en snel een arts op te zoeken. 

Kan en moet iedere diep veneuze trombose behandeld worden?

Neen, zeker niet. De bedoeling van deze behandeling is de patiënt met een uitgebreide trombose en massieve zwelling van het been, sneller klachtenvrij te krijgen en een posttrombotisch syndroom te voorkomen. 

Uit studies blijkt dat het alleen zinvol is bij een trombose dat zich iliofemoraal situeert. Dat wil zeggen uitbreidend vanuit de dij onder de liesboog heen naar de onderbuiksader. Dit is maar in een zeer beperkt aantal van de trombosebenen het geval.

De techniek kan ook niet worden toegepast bij patiënten die bijvoorbeeld:

  • recent geopereerd zijn;
  • een ongeval gehad hebben (het bloedingsrisico is dan hoog);
  • een kankerbehandeling krijgen;
  • te oud zijn (risico op hersenbloeding). 


De bloedklonter mag zoals al gezegd ook niet te lang aanwezig zijn (bij voorkeur minder dan 14 dagen).