Eén van de functies van het bloed dat door de bloedvaten stroomt, is het transporteren van zuurstof en voedingsstoffen naar de organen, spieren en andere weefsels. Bij beschadiging van die bloedvaten start het mechanisme van de bloedstolling. Het ontstaan van een stolsel in een bloedvat noemen we een trombose.
Zo’n beschadiging kan een schaaf of snijwonde zijn die je dagelijks levens vaak oploopt. Of een val waarbij je ergens tegen stoot en een blauwe plek oploopt. Of uiteraard een operatiewonde. Door activatie van bloedplaatjes en stollingsfactoren wordt een stolsel gevormd om het beschadigde bloedvat af te sluiten en zo verder bloedverlies te voorkomen. Met andere woorden: door dit mechanisme stopt een wonde met bloeden.
Zo’n stolsel kan optreden in een kleine onderhuidse ader, maar ook in een belangrijke slagader in de benen of op een andere plaats. Afhankelijk van de locatie en de uitgebreidheid van die trombose kunnen bepaalde symptomen en verwikkelingen optreden.